Skip to main content

Terugblik op ons zomerconcert van 7 juli 2024

Een kleine bezetting

tekst: Albert Cox

De trompet is mijn lievelingsinstrument. Verrassend misschien voor wat ik doe, maar dat is het niet voor wie mij wat beter kent. Die spetterende lach die dwars door de feestende massa snijdt, maar ook dat intens melancholische lijntje dat je op een mooie avond in mei zomaar uit een openstaand raam doet tuimelen. Echt een instrument voor een kleine bezetting.

Eric Vloeimans staat bekend om zijn fluisterende spel. Prachtig! Maar ik vraag me af of er nog wel iets te fluisteren valt als er een symfonieorkest in je rug blaast? Ik ga het horen. Een kleine bezetting is het zeker niet. Toch zijn mijn verwachtingen hoog gespannen voor het concert dat Flos Campi samen met hem brengt.

Het openluchttheater ligt er prachtig bij. Idyllisch in het groen, het podium gebouwd over een poel waar de kikkers kwaken. Het is van dat weer waardoor alles nog groener lijkt, waar de natuur van bijkomt, een beetje op het dreigende af, waardoor ik naar een plekje onder de luifel zoek – nou, op het randje dan…

Het orkest zet daadkrachtig in, de toreadors betreden de arena. Vol verve volgt een aantal delen uit de Carmensuites. De ritmesectie weet de cadans van de castagnetten goed te pakken. De kikkers kwaken er vrolijk op los, duidelijk reagerend op de muziek. Zelfs de zon doet een poging om door te breken. Ik doe m’n ogen dicht, verbeeld de kikkers als zingende cicaden en waan me aan de poorten van Sevilla… op zoek naar die mooie Carmen.

Het orkest is gretig, trefzeker. Het werkt aanstekelijk op het publiek, dat enthousiast tussen de delen door klapt. Tja… ook vak Vriend laat zich hierbij niet onbetuigd. Om de spanning in het orkest vast te houden heft de dirigent zijn armen, priemt met zijn baton in de lucht en kijkt het beest in de ogen, om als een heuse picador de volgende steek toe te dienen.

Dan volgt er een disclaimer – geen goed voorteken, zo’n disclaimer. De dirigent neemt het woord en begint een verhaal over dezelfde tijd, een andere stijl, over Bizet versus Wagner, over Siegfried Idyll. Over hoe Wagner zijn vrouw, zijn tweede vrouw verraste op haar verjaardag met een uitvoering van dit stuk, dat hij speciaal voor hun zoontje had geschreven, in de hal van hun huis, wat toch wel een heel groot huis moet zijn geweest of dan toch zeker een kleine bezetting… Kortom, een vlechtwerk van lange lijnen. Ik laat me meevoeren.

De strijkers zetten de eerste maten in en winnen langzaam hoogte, totdat ze uiteindelijk gered worden door de fluiten die eroverheen komen en het spel op gang brengen. Ik laat me meevoeren maar raak gaandeweg de draad kwijt. Het over cirkelende reclamevliegtuig trekt zijn eigen lijn. Ik stel me een tekst op de banner voor als: “Word vriend van Flos!” Mijn blik dwaalt af en ik zie jonge ouders met hun kinderen bij de rand van de poel op zoek naar de kikkers tussen het riet, ik zie Siegfried met zijn moeder, bij de vijver in het park… de ware idylle.

Het koor sleept ons vervolgens naar Gershwins zomertijd, tot Eric Vloeimans van achteruit opkomt, als altijd in een kleurrijke outfit met puntgave… gave puntschoenen. Ik had hem voor het concert al gespot met anoniem groen t-shirt in een amicaal onderonsje met de concertmeester. Hij legt het in zijn aankondiging kort uit. Zijn roze broek matcht en heel flos kleurt mee. Paars-Roze-Groen. Het toont een stukje van het kind dat hij in zichzelf bewaard heeft wat hij onderstreept met zijn nummer Mine Own King Am I. Hij speelt het in een arrangement met koor.

Bij zijn inzet legt hij de lat precies waar hij hoort, loepzuiver hoog, een lat waar het koor zich aan optrekt om het stuk tot een prachtig geheel te maken. In het solodeel laten de kikkers hun waardering voor het stuk blijken en reageren uitbundig op de trompet, maar de in Den Bosch getogen Vloeimans toont zich een ware opper-Oetel en legt met zijn fluisterende spel de kwakers het zwijgen op. Het zullen de herinneringen zijn die ik aan dit stuk heb, maar het is een prachtige uitvoering die míj́ in ieder geval raakt.

Na de pauze is het tijd voor het echte Leven, de wereldpremière van het trompetconcert van Thomas Welvaadt. Vier delen die, zo lees ik in het programma, elk geïnspireerd zijn op een periode uit zijn eigen leven. Het eerste deel begint in een rustige reine regelmaat maar met wel een duidelijk, bijna Spaans ritme. Ik stel me een gelukkige jeugd voor, maar wel met een duidelijke structuur in de opvoeding.

Het tweede deel biedt meer reuring. De roffel van de tamboer met daaronder de dreigende lijnen van de strijkers geven het geheel een Soldaat van Oranje-achtig randje. Maar de melancholisch zwellende tonen van Vloeimans doen vermoeden dat het onze hoofdpersoon goed vergaat. Maar het ‘aha’ van het koor roept dan weer wat meer suspens op. Na een berustend middendeel komt opnieuw de roffelende dreiging weer terug. Zou Welvaadt de opkomstplicht nog actief hebben meegemaakt? Ik google hem, neem een kijkje op zijn site en kom op een pagina rond creatieve en duurzame architectuur. Heb ik hier met een dekmantel te maken, met een overduidelijk multi talent of met een website under construction? Ik zie wel de parallellen tussen architectuur en compositie. En dat het bolwerken van beide ambities dan toch op z’n minst een militaire exercitie moet zijn. Vandaar misschien dat soldier on! Ik weet het niet.

Deel drie is de perfecte Lazy Sunday Afternoon, zo’n melodie waarmee je na een nacht flink doorhalen uit je bed komt. In slow motion kun je de wereld nog net aan. De slepende tonen van Vloeimans trompet worden prachtig ondersteund en beantwoord door strijkers en de houtblazers, in een bijna Tom & Jerry-achtig kat-en-muis. Over katers gesproken 🙂

De wals komt langzaam op gang… Maar dan. Wat – ik moet er toch echt twee keer naar kijken voor ik het geloof! – doe je als je als koor even geen tekst hebt? Ik word afgeleid door een van de zangers die met zijn telefoon filmpjes zit te maken van het concert. Is dit een nieuw soort decorumverlies? Kun je dan niet toch maar beter klappen tussen de delen door? Hup vak Vriend!

Als de wals aan zwier wint kom ik langzaam weer terug in dit prachtige stuk. De dans eindigt in een berustende nasleep die nog even terugblikt op de kater van daarvoor. Jerry geeft het publiek een vette knipoog; hij was Tom alweer te slim af.

Het laatste en vierde deel wervelt in een 5/4-maat naar een klinkende apotheose. Het gaat de blazer in deze periode van zijn leven duidelijk voor de wind. En hij kan weer een prachtige compositie aan zijn niet onverdienstelijke erelijst toevoegen.

Een staande ovatie volgt van het massaal toegestroomde publiek. Meer dan terecht! De voorzitter van Flos vertelde aan het begin van de middag over dit bijzondere project, over wat het vraagt van het orkest om anders, strakker te spelen, om Vloeimans juist de vrijheid te geven zijn lijnen deels improviserend eroverheen te zetten. Het resulteerde deze middag in een zeer fraai geheel, een ware invasie aan prachtige klanken en ritmes. Noem dit dan toch maar ‘een kleine bezetting’.

Ook Thomas Welvaadt betreedt het podium om het applaus in ontvangst te nemen. Hij oogt me nog wat te jong ervoor maar hij kan met zeer veel voldoening op zijn Leven terugkijken. Ik zie hem weifelend het podium afstappen als de bloemen eraan komen – “Zijn die ook voor mij?” Jazeker, die zijn absoluut voor hem. Dik verdiend!

Het concert eindigt met Paultje als toegift. Het stuk dat het zaadje plantte voor dit bijzondere project. Het geeft Flos en Vloeimans nog één keer de gelegenheid om te schitteren, te schetteren en te fluisteren. En de kikkers om mee te kwaken.

foto boven: Klaas de Bont
foto links: Camille Paardenkooper
foto rechts: Klaas de Bont