In the spotlight
Komend concert
Vorig concert
Dick Bolt
Miriam Westgeest
Komend concert
Flos Campi speelt
Bruckner, Chaminade, Mahler, Beethoven
zaterdag 30 november, 20.00 uur, Boskapel, Nijmegen
Op het programma staan:
(klik op de titel van het stuk voor meer informatie)
De Oostenrijkse organist en dirigent Anton Bruckner (1824-1896) is vooral bekend om zijn symfonieën; monumentale composities, zeer complex van vorm en harmonie. Grootse fortissimo-passages wisselen af met langzame delen in beschouwende, mystieke sfeer. In die zin staan zijn symfonieën niet ver af van zijn orgelwerken.
De eerste symfonie schreef hij pas op 45-jarige leeftijd in 1869. Voorheen had hij al veel orgelmuziek en ander religieus werk geschreven, maar, onzeker als hij was, voelde hij te weinig zelfvertrouwen om zich aan het grote werk te wagen. Jarenlang bleef hij doorstuderen op harmonieleer en compositie. Zijn obsessie om overal diploma’s en daarmee erkenning ‘van buitenaf’ te behalen is legendarisch geworden.
Pas na forse aanmoediging van zijn leermeester Otto Kettler kon Bruckner over de drempel stappen.
In 1862 schreef hij zijn eerste symfonische werken, waaronder de Ouverture in g-klein, de compositie die wij voor u gaan uitvoeren.
De Ouverture begint in een rustig adagio. Na twee forse akkoorden, unisono in het hele orkest, zetten de lage strijkers een expressieve stijgende melodie in: het 1e thema.
In het daaropvolgende allegro spelen de violen het markante 2e thema.
Bruckner introduceert in dit allegro opnieuw het 1e thema, maar dan in versnelde en gewijzigde vorm. Dit opgaande thema mondt uit in forse akkoorden in het hele orkest gevolgd door een snel dalende chromatische lijn. Op deze thematische constructie is de ouverture in belangrijke mate gebaseerd.
In het middendeel laat Bruckner de spanning vieren in een rustige contrasterende zangerige melodie.
Na een dynamisch coda wordt de muziek steeds zachter en breder. In die ontspannen sfeer blazen de hoorns voor het laatst het 2e thema, waarna het orkest aanzwelt en afsluit in fortissimo.
De ouverture is een krachtige compositie met markante, heldere lijnen. Het had heel goed het eerste deel van een symfonie kunnen zijn, zo goed en doorwrocht heeft Bruckner hem geschreven.
Het is een passende prelude op de negen grote symfonieën die later in zijn leven zouden volgen.
Bronnen: www.wikipedia.org; P. Bradford: Bruckner Symfonies, 1978
De Franse componiste en pianiste Cécile Chaminade (1857-1944) begon al op jonge leeftijd te componeren.
Dat deed zij niet onverdienstelijk. Zij kreeg aanmoedigingen van Saint-Saëns, Chabrier en Bizet.
De Franse componist Ambroise Thomas zei vol bewondering over haar: ‘dit is geen vrouw die componeert, maar een componist die vrouw is,’ een groot compliment in een tijd dat vrouwen niet geacht werden als kunstenaar en dus ook als componist voor het voetlicht te treden!
Zij produceerde meer dan 350 werken, vooral salonliederen en karakterstukken voor piano. Maar zij schreef ook groter werk, zoals balletmuziek, werk voor piano en orkest en zelfs een symfonie voor koor en orkest.
Vandaag gaat u luisteren naar de laatste compositie die zij schreef voor orkest: het Concertino voor fluit en orkest. Zij schreef het in opdracht van het Parijse Conservatorium voor het fluitconcours van 1902, een examenstuk dus.
Onder fluitspelers gaat het gerucht dat Chaminade verliefd was op een student fluit, maar hij koos toch voor een ander. Om hem te straffen zou zij het Concertino uiterst moeilijk hebben gemaakt, zodat hij niet voor het examen zou slagen. Chaminade was echter een jaar eerder gehuwd met een muziekuitgever wat het gerucht minder waarschijnlijk maakt.
Het Concertino is een eendelig stuk. Het opent met een brede open melodie die daarna over gaat in virtuoze guirlandes voor de solofluitist. Na een meer ritmisch middendeel, met de aanduiding piu animato agitato, hoort u een korte solo door de hobo die de cadens inluidt. Het stuk besluit met de terugkeer van het eerste thema gevolgd door een levendig coda.
Het is duidelijk waarom het Concertino zo geliefd is bij de luisteraar en tot het standaardrepertoire van de fluit behoort. De melodie speelt als een romantisch verhaal, vol passie en warmte in toon en expressie.
Bronnen: www.wikipedia.org; theflautist.com
De Oostenrijkse componist Gustav Mahler (1860-1911) heeft met zijn vernieuwende werken een brug geslagen tussen de stijl van de Romantiek en die van de twintigste eeuw. Hij componeerde diepgaande emotionele muziek in vooral liederen en grootse symfonieën. Hij experimenteerde met de symfonische vorm, combineerde orkest met zangstem, met koor, zelfs met kinderkoor.
Hij gaf veel aandacht aan instrumentatie, steeds op zoek naar de klankkleur die zijn emotie het best kon uitdrukken.
In 1884 schreef hij Blumine als onderdeel van toneelmuziek voor Von Scheffels toneelstuk: der Trompeter von Säkkingen. Daarin was het bedoeld als een serenade van een trompetblazer over de Rijn bij maanlicht.
Mahler was toentertijd zo tevreden over Blumine dat hij het als 2e deel opnam in een 5-delige Symfonische Dichtung, die hij der Titan noemde. Mahler bleef tot 1888 aan het stuk werken. Uiteindelijk schrapte hij weer de bijnaam der Titan. Bovendien haalde hij Blumine er weer uit, zodat een 4-delig muziekstuk ontstond dat in 1896 in première ging onder de naam Symfonie nr.1 in D.
Waarom hij Blumine schrapte uit de symfonie is niet geheel duidelijk, mogelijk vond hij de toonsoort C-groot niet passen in het geheel. Ook gaf Mahler aan dat hij Blumine te weinig symfonisch en te sentimenteel vond.
De compositie is daarna zoekgeraakt en pas 70 jaar later herontdekt. Benjamin Britten dirigeerde in 1967 de herpremière van het muziekwerk.
Blumine is geschreven in A-B-A vorm, zij begint en eindigt met een lyrische cantilene voor trompet tegen een achtergrond van strijkertremolo’s. De hartverwarmende meeslepende trompetsolo wisselt af met een melancholische melodie in de hobo. Mahler beschreef de melodie als een sentimenteel-gepassioneerde liefdesepisode.
Het middendeel heeft een andere sfeer. Opmerkelijk is dat Mahler hier ongewone instrumentcombinaties laat spelen. Zo spelen de contrabassen een duet met de hobo, violen een melodie met de hoorns en de cellogroep een canon met de fluit.
De trompetmelodie keert daarna weer terug. Aan het slot vervaagt de muziek in de hoge strijkers en sluit de harp af met drie akkoorden.
Henry-Louis de la Grange oordeelde in zijn Mahler-biografie dat Mahler ongetwijfeld de componist is van Blumine, maar dat het muziek is van een laat negentiende-eeuwse Mendelssohn, plezierig, charmant, licht, werelds en repetitief, precies wat Mahler’s muziek nooit is.
Bronnen: www.gustavmahler.com; www.wikipedia.org; www.wikipedia.eu
De Duitse musicus Ludwig van Beethoven (1770-1827) is een van de beroemdste componisten aller tijden.
Zijn muziek wordt gezien als een schakel tussen de Klassieke periode en de Romantiek.
Zijn vroege werken ademen nog de transparantie van Mozart, van de Weens-Klassieke stijl. In latere composities stelde hij steeds meer de menselijke dramatiek centraal. Hij zag zijn muziek als een instrument voor emotionele expressie. Dat leidde tot persoonlijke muziek, krachtige en emotionele composities met stuwende ritmes, grote dynamiekverschillen en heftige accenten. In zijn expressieve muziek speelt de klankkleur van houtblazers een belangrijke rol.
Zijn vernieuwende stijl heeft de muziekontwikkeling in de negentiende eeuw enorm beïnvloed.
Beethoven schreef negen briljante, onderling zeer verschillende, symfonieën.
De 6e symfonie neemt onder hen een aparte plaats in. Hij gaf hem de titel: Pastorale.
Beethoven was een natuurliefhebber, maakte vrijwel dagelijks lange wandelingen in de omgeving van Wenen. Al langer was hij van plan de natuur als onderwerp te kiezen voor een compositie.
In 1808 voltooide hij de symfonie. De titel ‘Pastoral-Sinfonie oder Erinnerung an das Landleben’ stamt van Beethoven zelf. Ook gaf hij de delen beschrijvingen mee.
Beethoven geeft dus alle aanleiding de symfonie als een programmatisch werk te zien. Inderdaad hoor je in het werk toonschilderingen, zoals het naderende onweer, de kabbelende beek en allerlei vogels. Toch wilde Beethoven niet zozeer een portret van de natuur en het platteland maken, maar meer zijn gevoelens uitdrukken die hij tijdens zijn wandelingen voelde. Het gaat om de herinnering aan het leven op het land. Om de mens die in de natuur even kan ontsnappen uit het spanningsveld van het dagelijkse leven.
De symfonie bevat vijf delen; de drie laatste delen gaan zonder pauze in elkaar over.
1. Allegro ma non troppo: Angenehme, heitere Empfindungen, welche bei der Ankunft auf dem Lande im Menchen erwachen.
Beethoven opent met een vier maten lang motief, een soort motto, afgerond met een komma. Dit basismotief wordt vervolgens in het eerste deel verder uitgewerkt. In deze lichte levendige muziek zonder veel dissonanten hoor je Beethovens eigen opgewekte stemming bij het zien van de natuur.
2. Andante molto mosso: Szene am Bach.
Met een wiegende melodie verbeelden de strijkers het kabbelende water van een beekje. Verderop in het deel imiteren fluit, hobo en klarinet een kwartel, een nachtegaal en een koekoek. Beethoven zelf heeft in de partituur de vogelnamen bijgeschreven. Overigens is het ornithologisch gezien uiterst onwaarschijnlijk dat deze drie vogels op hetzelfde uur en dezelfde plaats hun lied zingen. Bovendien laat in het orkest de koekoek een grote terts horen, terwijl de echte koekoek een kleine terts in de keel heeft!
3. Allegro: Lustiges Zusammensein der Landleute.
Een scherzo, een energieke uitbundige boerendans. Veel pret in de houtblazers, het gaat er steeds vrolijker aan toe. Totdat in de verte de weersomslag zich aankondigt.
4. Allegro: Donner, sturm.
De onweersbui in de verte nadert onheilspellend. De wind giert, gerommel van de donder, pauken en het koper in de aanval, heftige bliksemflitsen en donderslagen. Dan trekt het onweer weg, de muziek klaart op. In een verfrissend C-groot zet de hobo een hymnisch motief in. Een magisch moment. De luisteraar ervaart opluchting, want het is licht, zonnig en vriendelijk.
5. Allegretto: Hirtengesang, Wohltätige, mit Dank an die Gottheid verbundene Gefühle nach dem Sturm.
Een gevarieerd rondo, de melodie klinkt als een herderslied. Een hymne, het is de apotheose van deze symfonie, een intens gevoel van dankbaarheid en verademing dat de storm is gaan liggen.
Deze Pastorale symfonie straalt opgewektheid, blijdschap en rust uit. Er is een sfeer van innerlijke stilte. De stemmingsverstoring bij het onweer vergroot het vredige gevoel en het slotdeel klinkt als een gebed van dankbaarheid.
Bronnen: J.Caeyers: Beethoven, een biografie, 2020; www.preludium.nl
Dirigent: Dick Bolt
Plaats: Boskapel, Graafseweg 276, Nijmegen
Kaarten via deze website
Toegangskaartjes (incl. pauzedrankje):
- Volwassenen € 20,-
- CJP € 8,-
- Kinderen tot 12 jaar gratis
Stappenplan kaartverkoop
- Open de website van Flos Campi.
- Klik boven in het scherm op het tabblad Concerten. U komt dan meteen op de pagina van het concert waarvoor u kaartjes wilt boeken. Klik niet op een van de items in het uitrolmenu.
- Ga op deze pagina naar beneden tot u uitkomt op het vlak waar u kaarten kunt bestellen en kies de soort en het aantal kaarten dat u wilt bestellen.
- Klik dan op Winkelmandje. Belangrijk is dat u op het woord Winkelmandje klikt dat in de regel staat: Toegevoegd aan Winkelmandje. Het is belangrijk dat u niet klikt op het woord Winkelmandje in de bovenste regel. Want dan werkt de link niet.
- Als u op het goede woord Winkelmandje hebt geklikt, komt u op de betaalpagina.
- Op deze pagina vult u uw naam en uw e-mailadres in. De kaarten worden immers via de mail naar u toegestuurd.
- Als u dat gedaan heeft, gaat u helemaal naar beneden op deze pagina. U ziet dan de knop Ga naar Afrekenen.
- Klik op deze knop. U komt dan op de pagina waar u kunt betalen.
- Klik daartoe op de knop Betalen. U komt dan op de pagina waar u via IDEAL kunt betalen.
Recensies
foto: Klaas de Bont
Publieksreacties
Goedemorgen Flossers,
Hoe zijn jullie vanmorgen wakker geworden, blij en positief gezind denk ik. En moe? Proficiat aan het bestuur, jullie dirigenten en aan allemaal, wat hebben jullie een mooi en feestelijk concert gegeven!
Het inleidende woordje was ook helemaal goed en gepast voor het moment, het was goed voor elkaar, hulde!
Ja, Eric Vloeimans was natuurlijk de kers op de taart, wat een fluwelen klank haalt hij uit die trompet. Ik heb genoten van de nieuwe compositie, die zou ik het liefst vandaag nog een keer horen!
Dank voor een fijne middag Flos Campi!
Hartelijke groet,
Trees Siero
Op 7 juli alweer zo aangenaam verrast door Flos Campi.
Wát een concert! Afwisselend, sfeervol, fantastisch gespeeld en met het lef de samenwerking met trompettist Eric Vloeimans aan te gaan met een verrassende wereldpremière gecomponeerd door Thomas Welvaadt.
We hebben enorm genoten. Bewondering voor de schoonheid en de uiterste concentratie van het orkest voor de Siegfried Idylle van Wagner.
Onder de indruk van de koor-orkestsamenwerking met Eric Vloeimans bij het trompetconcert “Leven”. En geraakt door het geheel: prachtige muziek, enthousiaste musici die met plezier spelen. Dat voel je.
Lisette & Carlo